Vliesstoffen hebben een revolutie teweeggebracht in de textielindustrie en bieden een veelzijdig en kosteneffectief alternatief voor traditionele geweven en gebreide stoffen. Deze materialen worden rechtstreeks uit vezels geproduceerd, zonder de noodzaak van spinnen of weven, wat resulteert in een breed scala aan eigenschappen en toepassingen.
Hoe worden niet-geweven stoffen gemaakt?
Niet-geweven stoffen worden gemaakt via een reeks processen waarbij:
Vezelvorming: Vezels, natuurlijk of synthetisch, worden tot een web gevormd.
Hechting: De vezels worden vervolgens met elkaar verbonden met behulp van mechanische, thermische of chemische methoden.
Afwerking: De stof kan aanvullende afwerkingsprocessen ondergaan, zoals kalanderen, reliëfdrukken of coaten om de eigenschappen ervan te verbeteren.
Soorten niet-geweven stoffen
Er zijn talloze soorten non-woven stoffen, elk met zijn eigen unieke eigenschappen en toepassingen. Enkele van de meest voorkomende typen zijn:
Spunbond non-wovens: Gemaakt van continue filamenten die worden geëxtrudeerd, uitgerekt en op een bewegende band worden gelegd. Deze stoffen zijn sterk, duurzaam en worden vaak gebruikt in toepassingen zoals geotextiel, medische jassen en filtratie.
Meltblown non-wovens: Geproduceerd door een polymeer door fijne gaatjes te extruderen om extreem fijne vezels te creëren. Deze stoffen zijn lichtgewicht, zeer absorberend en worden vaak gebruikt in filters, maskers en hygiëneproducten.
SMS non-wovens: Een combinatie van spunbond-, meltblown- en spunbond-lagen. SMS-stoffen bieden een balans tussen sterkte, zachtheid en barrière-eigenschappen, waardoor ze ideaal zijn voor medische jassen, luiers en doekjes.
Naaldgeperforeerde non-wovens: Gemaakt door naalden mechanisch door een web van vezels te ponsen om verstrengeling en binding te creëren. Deze stoffen zijn sterk, duurzaam en worden vaak gebruikt in stoffering, auto-interieur en geotextiel.
Spunlace-non-wovens: Geproduceerd door waterstralen onder hoge druk te gebruiken om vezels te verstrikken en een sterke, zachte stof te creëren. Spunlace-non-wovens worden vaak gebruikt in doekjes, medische verbanden en tussenvoeringen.
Gebonden non-wovens: Gemaakt door gebruik te maken van hitte, chemicaliën of lijmen om vezels aan elkaar te hechten. Deze stoffen kunnen worden aangepast met verschillende eigenschappen om aan specifieke toepassingsvereisten te voldoen.
Gecoate non-wovens: non-woven stoffen die zijn gecoat met een polymeer of andere substantie om hun eigenschappen te verbeteren, zoals waterbestendigheid, vlamvertraging of bedrukbaarheid.
Gelamineerde non-wovens: Gemaakt door twee of meer lagen non-woven stof of een non-woven stof en een film aan elkaar te hechten. Gelamineerde non-wovens bieden een combinatie van eigenschappen, zoals sterkte, barrièrebescherming en esthetiek.
Toepassingen van niet-geweven stoffen
Niet-geweven stoffen hebben een breed scala aan toepassingen in verschillende industrieën, waaronder:
Medisch: Chirurgische jassen, maskers, wondverbanden en luiers.
Hygiëne: doekjes, producten voor vrouwelijke hygiëne en incontinentieproducten voor volwassenen.
Automotive: interieurcomponenten, filtratie en isolatie.
Geotextiel: bodemstabilisatie, erosiebestrijding en drainage.
Landbouw: gewasafdekkingen, zaaddekens en geotextiel.
Industrieel: filtratie, isolatie en verpakking.
Conclusie
Vliesstoffen bieden een veelzijdige en duurzame oplossing voor een breed scala aan toepassingen. Door de verschillende soorten non-woven stoffen en hun unieke eigenschappen te begrijpen, kunt u het meest geschikte materiaal voor uw specifieke behoeften selecteren.
Posttijd: 31 juli 2024